Gemeentelid aan het woord ‘Dorpelwachter zijn'
’ Vijftien jaar geleden begon voor Jan en Cato van Soest hun taak als kostersechtpaar. Bij Jan leefde de wens al jaren, Cato moest er wel even over nadenken. ‘In 2005, bij de opstart van onze huidige gemeente, lag er veel werk. Wij werden gevraagd voor het kosterschap.’ Ze besluiten er samen voor te gaan. ‘In de beginjaren was het best spannend. Gemiddeld zaten er zo’n 80 mensen in de dienst. Zou de gemeente voldoende bestaansrecht hebben? Elke dienst telden we het aantal mensen. In de loop van de jaren werden dat er steeds meer. Voor corona zaten we in de ochtenddienst met ruim 300 mensen in de kerk. We zijn verwonderd om te zien dat de HEERE doorgaat met Zijn werk.’
Werk in de kerk
Elke vrijdag krijgt Cato van dominee Snoek de liturgie voor de diensten. Gastpredikanten belt ze op. ‘In de beginjaren zette ik alles op papier in een schrift (zie foto: de eerste kerkdienst op 29 mei 2005 waarin 7 ambtsdragers werden bevestigd).’ Daarnaast regelt ze het nodige in de kerk voor kerk- /rouw- en trouwdiensten. Onder andere het aanpassen van de psalmborden en verhogen of verlagen van de plank, afhankelijk van de dominee, in de preekstoel. Voor de coronaperiode met hulp van Johan van Tilborg. 7 Het schoonmaken van de kerk loopt sinds een aantal jaren via Linda Hol (Marius en Linda Hol zijn hulpkosters). Cato: ‘Sinds een aantal jaren sta ik onder de toren om mensen voor de dienst welkom te heten. We willen graag de drempel bij binnenkomst verlagen.‘ Jan is vooral technisch in de kerk bezig. Het onderhoud van de deuren, omzetten van schakelaars, de automatisering van het luiden van de klokken etc. En ook een stuk tuinonderhoud. Jan en Cato: ‘We doen het met liefde en willen God dienen voor Zijn gemeente. Dorpelwachter zijn. Hopelijk tot Zijn eer.’
Koster zijn in coronatijd…
‘Dit was, zeker in de beginperiode, heel apart. We zaten alleen met de dominee, een paar kerkenraadsleden en wij als kostersechtpaar. Het is heel fijn om weer gemeenteleden te mogen ontvangen. Sommigen mensen vonden het spannend na al die maanden weer naar de kerk. Mooi om hen dan gerust te stellen: ‘Als God roept kun je niet thuisblijven.’