Kerkdiensten

Terug naar het overzicht

Voorganger: ds. M. van Dalen, Noorden
Datum: 07-06-2020
Tijd: 16.30 uur
Informatie:

Collecten:

1e Spaans Evangelische Zending (Bijbels onderwijs in Spaanstalige landen)
2
e kerk en eredienst
3
e onderhoud gebouwen

 

Zingen Vz Psalm 122 : 1
  Psalm 81 : 1, 2
  Psalm 40 : 5
  Psalm 87 : 3, 4
  Psalm 47 : 4-5
 

Psalm 68 : 9, 17

 

Schriftlezingen Handelingen 10 : 9–20
  Handelingen 10: 36–48
  Handelingen 11 : 12-18
Tekst Handelingen 10 : 44-48

 

Handelingen 10

9 En des anderen daags, terwijl deze reisden, en nabij de stad kwamen, klom Petrus op het dak, om te bidden, omtrent de zesde ure.

10 En hij werd hongerig, en begeerde te eten. En terwijl zij het bereidden, viel over hem een vertrekking van zinnen.

11 En hij zag den hemel geopend, en een zeker vat tot hem nederdalen, gelijk een groot linnen laken, aan de vier hoeken gebonden, en nedergelaten op de aarde;

12 In hetwelk waren al de viervoetige dieren der aarde, en de wilde, en de kruipende dieren, en de vogelen des hemels.

13 En er geschiedde een stem tot hem: Sta op, Petrus! slacht en eet.

14 Maar Petrus zeide: Geenszins, Heere! want ik heb nooit gegeten iets, dat gemeen of onrein was.

15 En een stem geschiedde wederom ten tweeden male tot hem: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet gemeen maken.

16 En dit geschiedde tot drie maal; en het vat werd wederom opgenomen in den hemel.

17 En alzo Petrus in zichzelven twijfelde, wat toch het gezicht mocht zijn, dat hij gezien had, ziet, de mannen, die van Cornelius afgezonden waren, gevraagd hebbende naar het huis van Simon, stonden aan de poort.

18 En iemand geroepen hebbende, vraagden zij, of Simon, toegenaamd Petrus, daar te huis lag.

19 En als Petrus over dat gezicht dacht, zeide de Geest tot hem: Zie, drie mannen zoeken u;

20 Daarom sta op, en ga af, en reis met hen, niet twijfelende; want ik heb hen gezonden.

 

36 Dit is het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israëls, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen.

37 Gijlieden weet de zaak, die geschied is door geheel Judea, beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft;

38 Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd waren; want God was met Hem.

39 En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft, beide in het Joodse land en te Jeruzalem; Welken zij gedood hebben, Hem hangende aan het hout.

40 Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden;

41 Niet al den volke, maar den getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.

42 En heeft ons geboden den volke te prediken, en te betuigen, dat Hij is Degene, Die van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden.

43 Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam.

44 Als Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden.

45 En de gelovigen, die uit de besnijdenis waren, zovelen als met Petrus gekomen waren, ontzetten zich, dat de gave des Heiligen Geestes ook op de heidenen uitgestort werd.

46 Want zij hoorden hen spreken met vreemde talen, en God groot maken. Toen antwoordde Petrus:

47 Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den Heiligen Geest ontvangen hebben, gelijk als ook wij?

48 En hij beval, dat zij zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen baden zij hem, dat hij enige dagen bij hen wilde blijven.

 

Handelingen 11

12 En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen gaan zou, niet twijfelende. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn in des man huis ingegaan.

13 En hij heeft ons verhaald, hoe hij een engel gezien had, die in zijn huis stond, en tot hem zeide: Zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd is Petrus;

14 Die woorden tot u zal spreken, door welke gij zult zalig worden, en al uw huis.

15 En als ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, gelijk ook op ons in het begin.

16 En ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gijlieden zult gedoopt worden met den Heiligen Geest.

17 Indien dan God hun evengelijke gave gegeven heeft, als ook ons, die in de Heere Jezus Christus geloofd hebben, wie was ik toch, die God konde weren?

18 En als zij dit hoorden, waren zij tevreden, en verheerlijkten God, zeggende: Zo heeft dan God ook den heidenen de bekering gegeven ten leven!

 

 

 

 

Preekstoel en gemeente
Kerkstraat 4, Kesteren